dinsdag 1 februari 2011

Family matters (deel 1)

Na de intensieve sightseeing in Kathmandu is het vandaag en morgen familyday. We willen heel graag de familie van Indira en Jagat leren kennen. Maar ook waar wonen ze, hoe wonen ze en zij vinden het ook interessant om die twee mensen uit dat verre Nederland te leren kennen. Kortom: family days. Na het ontbijt gaan we eerst nog een lekkere cappuccino nuttigen in het al zo vertrouwde Gaia restaurant nuttigen. Hier strijken niet alleen toeristen uit alle windstreken neer. Het is ook een komen en gaan van winkeliers, touroperators. Het mengt zich allemaal gezellig onder elkaar en wat telt is wie als eerste het tafeltje in de zon weet te bemachtigen. Uit de kou van 0 graden toveren de eerste zonnestralen direct 17 graden op het gezicht.
Tegen elf uur hebben we afgesproken bij Indira thuis en Jagat, gezellig aangeschoven, duidt er al op dat ze druk bezig is met het eten. De reden waarvoor ze niet naar kantoor is gekomen. Een kennismaking in Nepal is nu eenmaal niet met een kopje koffie en een koekje op de rand van het koffieschoteltje. Een taxi brengt Jagat en ons naar de omgeving van het vliegveld, aan de achterkant van het grote tempelcomplex van gisteren. Een onverharde, met kuilen bezaaide weg brengt ons naar een vijf etages tellend wooncomplex, een soort van flat, maar dan allemaal bestaande uit kamers. Over de balustrades hangt overal kleding en van alle kanten worden we bekeken.
Op het balkon van twee hoog herken ik (van fotos) het jongere zusje van Indira, Ishja. Ze wuift me verlegen toe en loopt naar binnen. Veel stemmen komen op ons af als we vanachter de deurgordijnen Indira, haar broer Sameer, vriend Govinda ontmoeten. Het welkom is hartelijk. We worden op de kamer van Indira uitgenodigd waar ze samen met haar zoontje Iraj (6 jaar) en haar zus slaapt op een ruimte van 3x4 meter. Er staan twee zelfgetimmerde bedden, een kast en een bureau. Tegen de muur is een uitsparing in het beton dat dienst doet als wasbekken. Shampoo, zeep en tandpasta staan netjes op de rand. Aan de muur prijken enkele hindoestaanse goden en opvallend genoeg hangen marina, tim en ik daar ingelijst tussen. Iraj is blij met het speelgoed dat we hem hebben meegenomen uit Nederland. Wat verlegen, maar ons regelmatig observerend knutselt hij het een en ander moeiteloos in elkaar. We zitten op de bedrand de sterke koffie te nuttigen. De hele familie komt zich voorstellen en neemt plaats, de bedden zijn net groot genoeg om het gezelschap van 9 man te herbergen. Het Engels doet weliswaar dienst als voertaal, maar de uitdrukkingen en gebaren verschaffen veruit de meeste informatie. Men is trots om ons te mogen verwelkomen . De traditioneel geklede vader en moeder zijn alleraardigst en met gevouwen handen tegen de borst wordt het wederzijds welgemeende respect getoond.
Dat blijkt al evenzeer uit het eten dat even later in hetzelfde kamertje wordt geserveerd. Grote borden met rijst op schoot en de tafel voor ons wordt compleet gevuld met kleine schaaltjes lokale specialiteiten, geit, kip, groenten, yoghurt, sausjes. Het is voor onze magen allemaal veel te veel, maar men wil niet het idee hebben dat we hongerig uit elkaar gaan. Er wordt veel en vriendelijk gelachen, om bijna alles wat gezegd wordt. Een teken van vriendelijkheid of verlegenheid, maar het doet er niet toe. Indira heeft samen met haar moeder uren in de keuken gestaan, op twee butagas pitjes kokende. De gerec hten zijn daardoor niet warm, alles is lauw, maar kan compleet geserveerd worden. Daar gaat het om. De smaak is niet gemakkelijk terug te voeren op iets bekends. Koriander en mint domineren de spinazie, de aardappelen, de sausjes. De kip en de geit bevatten meer bot dan vlees. Terwijl wij met bestek eten, wordt door de anderen de rechterhand gebruikt om de rijst te mengen met groente en saus en vervolgens worden de vingers als een kraantje gebogen om te eten.
Na het eten nemen Jagat en Govinda afscheid en wij blijven nog enkele uurtjes bij het gezin om getuige te zijn van Nepalese spellen. Er worden heuse familieportretten gemaakt met iedereen erop. We worden vastgepakt alsof we al jaren te gast zijn. De vader wil trots met mij alleen op de foto. Marina wordt door ma Khatiwoda vastgepakt als haar eigen dochter. Het gaat er speels en hartelijk aan toe. Indira geniet zichtbaar. Na een tweede rondje koffie nemen we afscheid en iedereen zwaait ons buiten bij het plein uit. Buren kijken mee alsof er hoog bezoek is geweest. Terwijl de taxi vertrekt laten we het niet na zo lang mogelijk terug te zwaaien naar het kleiner wordende Nepalese gezelschap, dat nu voelt als eigen familie.

1 opmerking:

  1. Ik ben weer helemaal bijgepraat. Ik doe mijn ogen dicht en beleef alles weer opnieuw.

    BeantwoordenVerwijderen