Negen uur vertrekken en ja hoor, Indira, Jagat en een uitzwaaicomité van Himalayan Leaders staat al in ons hotel klaar. Trekking time. En Indira voor het eerst mee als ‘gids’. We hebben bij de kleermaker alvast een T-shirt in bestelling gegeven met de tekst Indira, best Tourguide. Nu die rol nog maar waarmaken. Jagat geeft ons bij het afscheid nog even mee dat als er wat is of veranderd moet worden aan het programma, even een telefoontje. Ik ken hem intussen. Steeds als hij het woord ‘easy’ gebruikt in combinatie met wandelen, maak er dan maar ‘very difficult’ van.
Typisch Nepalees intermezzo
Nepalezen zijn vriendelijke en vooral geduldige mensen. Ze vertellen niet veel. Ze zien het leven als een aaneenschakeling van goede dingen doen voor anderen. Dat maakt hun gelukkig. Ja knikken doen ze door het hoofd van links naar rechts te knikken. Veruit het meest gebruikte gebaar, want niets is onmogelijk. Een nee hoort niet tot het repertoire. Geduldig dus. Dus ook onze vraag om een massage wordt met een ja beantwoord. Om 6 uur? Prima. Waar? We worden afgehaald. Ruim voor zes uur zijn we in het kantoor en wachten op de auto. We krijgen eerst koffie van jagat en een jonge knul komt binnen en neemt zwijgzaam plaats. Mijn indruk is dat hij door van Jagat een lift naar huis krijgt of op de bus wacht. We drinken de koffie en wachten. Het is stil. Om kwart over zes leg ik mijn voeten op een krukje, blijkbaar duurt het toch wat langer. Pas later zegt Jagat tegen mij.” Als jullie klaar zijn, kun je gerust gaan”. Hoezo? Hij wijst op de knul die al meer dan twintig minuten geduldig wacht, niet op de bus of Jagat, maar op ons ons. Hij is degene die ons afhaalt voor de massage. Zo gaat het met alles. Taxichauffeurs die uren blijven wachten tijdens een uitstapje, de klant is koning en bepaalt wanneer er wat gebeurt. De klok speelt geen rol. Goede dingen doen wordt nu eenmaal beloond door Ganesha, de oppergod. We hadden trouwens een uitstekende massage”.
De rit naar het bergdorp Pokhara duurt 6 uur over een afstand van 155 kilometer naar boven. Met een kleine tussenstop voor de lunch zijn we al voor drieën in hotel Baba, een eenvoudig hotelletje maar mooi gelegen aan het Fewa Meer. Helaas is het bewolkt, de zo beloofde Himalaya’s blijven (zeer tot verdriet van Marina) aan onze blik onttrokken. We verkennen kort de stad en hopen op een beter zicht de volgende ochtend. Onze gids heeft het goed gedaan. In de auto heeft ze de hele weg geslapen…. Gelukkig weet ze ons wel te helpen bij weer eens wat nieuws op de Nepalese menukaart. Helaas weer scherp tot op het bot….
Het is half negen als we het ontbijt nuttigen. Voor die tijd zie ik enkele Chinezen driftig naar het grote terras op het dak lopen. Ik schakel direct. Het is mooi helder weer en….jawel, daar zijn ze, de Annapurna’s die met hun 7.000 meter fel afsteken tegen de blauwe lucht. Marina!!!!!
De wandeling langs het Fewameer is als in een sprookje. Het fototoestel warmt zich goed op want als in een reflex wil ik alles vastleggen wat ik zie. Zelfs de adelaren zijn getraind voor de veeleisende fotograaf en vliegen tegen de eeuwige sneeuw aan alsof ze weten dat het plaatje daarmee perfect is.
Indira heeft een neef die ons rondleid met een 2,5 km langen wandeling door Pokhara en naar de bekende waterval en ondergrondse grotten. Het is behoorlijke klim, maar voor de afwisseling naar beneden, in het stikdonker klauteren we naar de waterval die zich als een lange verticale spleet in de verte bevindt. Met de neef, maar zonder veel instemming van de dames, ga ik nog enkele meters dieper. Op het hoofd drupt het schone water vanaf het tientallen meters hoger gelegen plafond. We stoppen voor het water, al is de verleiding groot ook daar doorheen te waden in deze duizelingwekkende grot.
Boven is het 26 graden, de zon schijnt volop als we met een taxi terugkeren naar het hotel. De bagage moet opnieuw omgepakt worden. Een deel ligt in Kathmandu en nu mogen we alleen een kleine dagrugzak meenemen met het aller nodigste voor de tweedaagse trek naar Sarangkot… Buiten wacht om 3 uur een taxi die ons naar de voet van de machtige heuvel brengt. “From here you have to walk”. We begrijpen waarom als we de honderden trappen en ezelspaadjes zien naar boven. Zo klein als een vingernagel zien we in de verte een uitkijkpost, daar boven ergens is ons hotel.
De klim is zwaar, niet alleen de trappen waar maar geen einde aan komt, ook de steile en ongelijke ezelspaadjes zijn daar debet aan. Maar de moed houden we erin, aan de westflank bevinden zich de majestueuze himalaya’s die geduldig lijken te wachten om rood te kleuren met zonsondergang als we boven zijn. Daar is het om te doen, de race om met zonsondergang boven te zijn. Een vriendelijke hond prent Marina moed in om samen met haar de ene moeilijke horde na de andere te nemen en met trots zie ik haar als een berggeit naar boven gaan. Mentaal is een knop om die zegt “Ik zal het meemaken”. Boven bij het hotel, liggende in een piepklein en verlaten dorpje komen de kinderen nieuwsgierig op me af lopen. In ruil voor een stukje chocolade gaan ze allemaal op de foto. Lachend nemen ze kennis van hun spiegelbeeld, de ouders nemen op afstand waar en verdelen het lekkers daarna over de welgeteld 14 kinderen waar het toch met eentje begon waar ik een foto van wilde nemen.
We hebben het meegemaakt. Na anderhalf uur klauteren zijn we boven. Maar wat is boven als je tegenover je die himalayas ziet waar je bijna met respect naar kijkt. Eeuwige sneeuw, de ene top na de andere. Het ziet uit alsof je er zo naar toe kunt wandelen, alsof het een wandeling naar de top is door de sneeuw. Maar daarvoor zouden we nog ruim 5,5 kilometer hoogte moeten overbruggen om gelijkwaardig aan elkaar te zijn. En wij zitten nu toch al op 1700 meter. Met een fles Everest bier zitten we op het dakterras, als enige gasten in een vrij primitief hotel zonder stroom of luxe. Het doet spartaans aan, maar wat geeft het. We zijn maar voor een ding gekomen, die zonsondergang die zich volstrekt als kijkende naar een bioscoopfilm op het grootste scherm dat bestaat We zitten stil en ademloos te kijken naar dit dagelijkse koninklijke ritueel. Pas als de laatste top rood kleurt en afscheid neemt van de zon gaan ook wij terug in het donkere hotel waar speciaal voor ons gekookt wordt.
We gaan vroeg naar bed, want de keerzijde van een zonsondergang is een zonsopgang en daarvoor wordt de wekker op zes uur gezet.
het wordt weer boeiend en gedetailleerd beschreven, Albert. Het is maar goed dat jullie het klimmen geoefend hebben op de hei van de winter. en Marina kop d'r veur, zoals ik al vernomen heb. Veel plezier nog.
BeantwoordenVerwijderenOeno