De volgende ochtend komen we weer langs het kantoor en ze zijn daar ze al vanaf 6.30 uur bezig te verven. De benauwende verflucht komt je tegemoet we snellen naar Gaia voor een lekker kop koffie. Tegen 11.00 worden we afgehaald door onze Oscar (chauffeur) en vertrekken we voor een kook cursus richting het huis van Jagat. Ditmaal leren we pagodas maken, een crunchy gerecht met chapati, geit, pasta en veel, veel verse groenten.
Eenmaal aangekomen is het een spontane begroeting van zijn moeder die ons al opwacht. Bij de ingang zien we de bovenbuurvrouw meters klei maken met stukken van wel 25 kilo. Er wordt vanalles en nog wat mee gemaakt: lampjes, schaaltjes en zelfs populaire spaarpotten.
Eenmaal binnen in de keuken wordt alles uitgestald op tafel , we beginnen met de doperwten uit de schil te halen, ( even moeten we nadenken want we hebben dit nog nooit gedaan altijd blikvoer)
Intussen heeft de kok de bloemkool al op `t vuur, hij is zo snel. en wij maar verder met de erwten, samen met de moeder van Jagat.
Ik begrijp dat de maaltijd hoofdzakelijk vegetarisch wordt, en vooral de kruiden maken het zeer speciaal. We hebben als verse groenten o.a. erwten ,witte kool, sperziebonen, bloemkool ,tomaten,
Wortelen, uien, knoflook en gember. Vraag niet naar de rest want dat weet ik niet.
In een wok wordt een flinke scheut (halve fles) zonnebloemolie gegooid en Indira wokt de tofu. Deze gaat later in een stoofpot met de groente die inmiddels gegaard zijn, heerlijk.
Pasta met ook weer groenten. En de groente met ei en bloem ook in de wok . Nu, ik moet de kruiden meenemen naar huis en dit ook proberen te maken.
Af en toe nemen we pauze om naar buiten te gaan, op de achtergrond zien we de himalaya`s en genieten we van het uitzicht.
Met de vader van Jagat, die geen woord Engels spreekt, heb ik toch een geanimeerd gesprek met de handen over zijn liefde voor het leven op het platteland, zijn afkeur voor de grote stad en alle snelle veranderingen. Hij wijst op zijn oren en naar de druk ploegende arbeiders, gebarend dat zijn hart hier ligt.
De kunststof stoeltjes kunnen mijn gewicht amper dragen en de poten krommen naar gelang de beweging die ik maak. We krijgen opgediend, uit ieder schaaltje komt een apart gerecht. De mint smaak domineert het geheel. Het is gezellig, er wordt met volle mond gepraat en gelachen. Het resultaat telt, we weten nu hoe we pakoda’s kunnen maken. Al zal het nog een hele toer zijn de ingrediënten in Nederland te bemachtigen.
De familie is bedroefd als we het kleine huisje verlaten; ze hopen vurig dat we nog eens terugkeren. Ik kijk door de smerige achterruit om nog een glimp op te vangen van de twee oudjes. Ik hoop ze inderdaad nog een keer te mogen ontmoeten in hun nieuwe huis.
De massage die avond is ontspannen. De beelden flitsen intussen aan ons voorbij, 14 dagen lopen ten einde, maar aan indrukken lijkt het veel meer.
De laatste dag is (traditioneel) inkopen doen met een hoop afdingen en zo komt alles op de halve vraagprijs uit, thee, wierook, kruiden, kruiden, kruiden, vest, t-shirts. Hoop dat na de laptops de kruiden geen probleem bij de douane vormen…..
De laatste avond zakken we door, onze traktatie voor onze Nepalese familie. Met Indira, Jagat, Govinda K, Govinda P en het 8-jarig zoontje van Jagat. Kleine en grote gerechten wisselen elkaar in hoog tempo af. Een bord, 7 vorken. Er wordt gedronken en gedanst op mooie traditionele Nepalese muziek. Jagat en ik dansen samen en hardop roepend “Let us be good forever”.
Hallo Albert en Marina,
BeantwoordenVerwijderenIn ieder geval boeiende zaken en ben natuurlijk benieuwd naar foto's en filmmateriaal.
Goede terugreis (gehad).
Wilfried