maandag 31 januari 2011
Een wereld van verzoening
De jetlag heeft niet toegeslagen, al was het maar dat we in het vliegtuig aardig (met een stoel leeg naast ons) de kans kregen enkele uren te slapen. Dus om 5 uur Nederlandse tijd naar bed en vroeg uit de veren. Het tijdsverschil is nagenoeg 5 uur. Het ontbijt, vier toasts, jam en de internationaal onbetwiste bestseller, de scrambled egg (het roerei). Met koffie, goede koffie en even later op het buitenterras van Gaia (jawel, zon, 17 graden) een heuse biologische cappacino van Nepalese koffiebonen. Voor de rest is er weinig biologisch aan Kathmandu; de luchtvervuiling is moordend. Het immens drukke verkeer moet nog kennismaken met zaken als een katalysator en schone brandstof. Ook is er de powercut, 14 uur gaat per dag de stroom (op wisselende momenten) eraf, energiebesparing.
Maar met je hoofd eindelijk in de zon maal je daar niet om, genietend op een rustig terras, vlakbij het hotel. We bezoeken Himalayan Leaders, het reisagentschap waar we door de reis van 2008 een goed contact mee hebben onderhouden. Jagat, de manager (al is management in Nepal iets anders dan in Nederland), Indira, zichzelf als dochter aangewezen en sindsdien ook hartelijk bewezen, runnen de 3x4 meter waar jaarlijks tientallen buitenlanders hun avontuurlijke reizen naar de Himalaya boeken. De eenvoudige vraag of ik ze kon helpen bij het opzetten van een website, heeft zich het afgelopen jaar vertaald in het nodige werk en dat ze daarvoor iets willen terugdoen, wordt ons de komende dagen duidelijk.
Marina, it is your first time in Nepal. So, today for you a busy program” roept Jagat, ons een kopje koffie aanbiedende, in het daarvoor eigenlijk te kleine kantoor. De koffie komt uit het Gaia restaurant, waar we zojuist al hadden gezeten. De ober kijkt ons vreemd aan als hij ons nu weer op een andere plek, luttele momenten na ons bezoek, weer mag bedienen. Een tafereel dat zich de komende dagen steeds herhaalt. Iedere keer als we het kantoor binnenkomen, “ok, first coffee and then we talk”.
Ik krijg maar een uurtje de kans Marina het kleurrijke winkelgebeuren van het centrum te laten zien, de vele straatverkopers die de winkeliers te slim af willen zijn. Maar we zien af van de balsem, het gitaartje, de juwelen en zelfs de Hasj die ons fluisterend wordt aangeboden. Stipt om 11 uur staat een bekende gids ons op te wachten en samen met Indira gaat het naar de drie hoogtepunten van Kathmandu: Pashupati (het veruit belangrijkste Hindoetempel complex en openbaar crematorium), Swayambu (een op de berg gelegen mix van Hindoestaanse en Boeddhistische tempels en kloosters) en Boudhanath (de grootste Tibetaanse Stupa in de wereld). De indrukken zijn groot. Het is een aanslag op het verwerkingsvermogen en de zintuigen om zo van Nederland plots ondergedompeld te worden in een wereld waar dood zo natuurlijk bij leven hoort. Terwijl de gids vertelt, wordt op enkele tientallen meters in bijzijn van familie een lijk van een dierbare verbrand en even later in de rivier gedumpt. En echt onder het motto en nu de volgende. De gids wijst op een soort van slaapgebouw waar stervenden op hun wens naar toe gebracht kunnen worden om vredig in deze heilige omgeving in te slapen. Het gebeurt wel eens dat iemand dood wordt gewaand, op de brandstapel belandt maar toch nog vooralsnog aan de vlammen ontsnapt. Deze overgangsrite gaat macaber genoeg nog verder. Op ons aandringen laat Indira ons het ouderencomplex zien, een deel van de tempel waar ouderen verblijven die geen plek meer hebben in de samenleving. Geen bejaarden- en verzorgingstehuizen in Nepal. Wel een plek in de tempel, een deken, een hoekje. Indira brengt ze met regelmaat eten. We lopen langs de kleurrijke oudjes, die ons allen glimlachend aankijken, hun gezicht gebruind en gerimpeld. Ze lijken zich verzoend te hebben met dit bestaan. En net als de apen ze met grote ogen vanaf de tempelmuren gade slaan, zo zitten ook zij als groep te wachten op wat gebeuren gaat.
Vrediger en met weeïge mantramuziek omgeven, vormen de gemixte tempelcomplexen van Boeddhisme en Hindoeisme. Onder het genot van momo’s (Tibetaanse deegwaren met vlees of groente) zijn we op een dakterras bijna net zo groot als de voor ons uitrijzende ogen van Boeddha. De verzoening van Ghanesha en Bhoeddha wordt zichtbaar in een kleurrijke mengeling van duizenden wapperende Tibetaanse gebedsvlaggen boven een Hindoeritueel dat zich voor onze ogen voltrekt waarbij tica’s met verf en rijst worden gemend en uiteindelijk op het voorhoofd van de gelovigen wordt aangebracht. De overgebleven rijst wordt onder de apen, duiven, honden en katten verspreid waar direct een machtsstrijd uitbreekt om de meeste korrels. De duiven lijken het in alle opzichten te winnen van de niet gevleugelde vrienden.
Het is een vermoeiende dag door alle indrukken en het is een verademing om bij het Gaia restaurant neer te strijken en handen te schudden met veel bekenden van twee jaar geleden. Ongelooflijk dat ze me nog van het gezicht herkennen, de gidsen, de kleermaker. Het lijkt wel een reünie.
Tegen zessen is het donker en wordt een houtvuur midden op het plein gestookt om de gasten die willens en wetens buiten willen eten, warm te houden. We horen daarbij. De stroom ligt er weer uit, maar in het hotel weten we ons snel onder de dekens te warmen.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Mooi om te lezen, ik waan me dan weer in Nepal. Ben je die kleine oplichter al tegengekomen? Oppassen met wisselgeld want hij is pleite voor je er erg in hebt.
BeantwoordenVerwijderenAls jullie het 's nachts koud hebben heeft Jagat misschien wel een slaapzak voor jullie hahaha.
klink allemaal zeer boeiend en bekend....Zit hier aan de andere kant van de wereld en naast de verschillen zijn de gelijkenissen soms ook zeer frappant.
BeantwoordenVerwijderengroetjes en genieten,
Wilfried